Cubaans straatorgel uit Amsterdam met Jaap de Kwaasteniet op orgel, marimba, en vocalen, Jos Oey, percussie en vocals en Jochen Hachgenei op percussie.
De Cubaanse muzikale avonturen met een straatorgaan: Geïnspireerd door de tradities van het Cubaanse ‘barrel organ’ ofwel draaiorgel, richtte Jaap de Kwaasteniet in 1991 het trio Dansorgel de Cubaan op, nadat hij een 36-tonig draaiorgel verkregen had. Cubaanse draaiorgels, die uit Europa afkomstig zijn, waren oorspronkelijk uitgerust om walsen en polka’s te spelen. Dit werd al snel gecombineerd met de meer Cubaanse traditie door percussionisten toe te voegen. Het resultaat was een relatief goedkoop orkest, dat toch ‘vol’ genoeg klonk om aanvaardbaar te zijn. Het Europese muzikale repertoire werd uiteindelijk volledig vervangen door de meest up-to-date muzieknummers van het eiland zelf. Het werd aangeduid als ‘organo oriental’, ofwel het orgel uit het oosten, omdat de Europese draaiorgels voor het eerst op de oostkust van het eiland verschenen. Daar werden ze vanuit Haïti geïmporteerd. Het draaiorgel werd waarschijnlijk door de Fransen in Haïti geïntroduceerd, wat tot 1804 in Frans bezit bleef. Net als de Cubanen, die experimenteerden met de productie van orgelrollen met Cubaanse muziek, moest Dansorgel de Cubaan zijn eigen repertoire opbouwen. In Nederland ging het bekende orgelrepertoire niet veel verder dan populaire liedjes zoals Tulpen uit Amsterdam. Jarenlange ervaring als percussionist, gecombineerd met zijn uitgebreide collectie authentieke Caribische muziek, voorzag Jaap de Kwaasteniet van een kant-en-klare beschikbare bron van inspiratie. Met de hulp van Tom Meijer en Jan Kees de Ruiter, beiden ervaren orgel arrangeurs, begon hij zijn experimenten. Het eerste nummer was een guaracha. Al gauw kwam de nieuwe uitdaging om het repertoire uit te breiden met draaiorgel-arrangementen van zowel cumbias (Colombia) en merengues (Dominicaanse Republiek). Dit leidde tot een muzikale reis door het Caribisch gebied. Muziek uit Kaapverdië bleek ook geschikt om te arrangeren als draaiorgelrollen. Het draaiorgel biedt de uitmuntende mogelijkheid om oude traditionele liedjes te combineren met de laatste hits. Dit betekent dat De Cubaan ook de ingrediënten heeft (waaronder mambo, son, bolero, merengue en chachacha) die de saus vormen die momenteel de naam Salsa draagt. Intussen is De Kwaasteniet ook begonnen met het arrangeren en componeren van zijn eigen rollen voor het draaiorgel. En zo leidde het tot een reis door tijd en ruimte, die de klanken van Dansorgel de Cubaan een volledig nieuw maar oorspronkelijk traditioneel soort muziek voor het draaiorgel geven.